Inkijk in mijn therapieproces
Al snel had ik het gevoel dat deze sessies weleens veel zouden kunnen betekenen in mijn ontwikkeling als mens én als therapeut. En zo ontstond er een spontaan idee: misschien kunnen mijn therapiesessies ook iets voor anderen betekenen? Wat als ik de sessies opneem en er een podcastreeks van maak, die inkijk geeft in mijn therapieproces?
Mijn therapeut had (en heeft) er zo haar bedenkingen bij, dus of die podcastreeks er ooit effectief zal komen, dat kan ik nog niet beloven. Maar toch maakt ze steevast opnames van onze sessies, voor het geval dat…
Gisteren zouden we tijdens de sessie ruimte maken om mijn therapieproces te evalueren. Een belangrijke sessie voor mij. Maar de dictafoon werkte niet. Ik baalde als een stekker. Want wat dan met mijn podcast?
“Waarom is het zo belangrijk voor jou om die podcast te maken?”, vroeg mijn therapeut. Goeie vraag, dacht ik.
“Omdat ik vind dat we als therapeut zo weinig – of zelfs nooit – de kans krijgen om een langdurig therapieproces te observeren. Op stage misschien wel, maar vaak te weinig of te kort of te vroeg… Terwijl ik geloof dat gewoon mee volgen zoveel kan brengen, zowel inspiratie (als in: ’oh, dat kan ik ook eens proberen’) als geruststelling (als in: ’oh, die therapeut probeert ook maar wat’). Bovendien wil ik tonen dat we als therapeut ook onze eigen worstelingen hebben, en dat die impact hebben op ons werk, en dat dat menselijk en oké is, maar dat het goed kan zijn om daarmee aan de slag te gaan. Ik wil een voorbeeld geven, inspireren, de drempel verlagen om als therapeut zelf in therapie te gaan.”
Ik weet niet meer exact hoe het gesprek verliep, maar op een bepaald moment vroeg mijn therapeut: “Omdat je collega-therapeuten de zoektocht wil besparen?”
“Exact,” zei ik, “zo staat het ook op mijn PsychoPraat-website.” “Of ja, besparen… Uiteraard moet iedereen zijn eigen weg afleggen en zal het voor iedereen een unieke zoektocht zijn. Maar als ik mijn zoektocht deel, kan dat anderen misschien inspireren en hun zoektocht ietwat vlotter laten verlopen. En dan voelen ze zich tenminste minder alleen.”
“Want voor jou voelt het wel heel alleen, die zoektocht…”
Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen, maar gaf ze geen toestemming om over mijn wangen te stromen. Dus lachte ik, om de tranen te verdoezelen. Toen mijn therapeut me vroeg wat maakte dat ik lachte, biechtte ik het op: “Omdat ik voel dat het me raakt, maar de tranen niet wil toelaten.”
“En zo blijf je weer alleen…” zei ze.
“Inderdaad. Maar uiteindelijk ben ik altijd alleen. Jij zit er hier nu wel bij mij en je kan getuige zijn van mijn verdriet, maar uiteindelijk moet ik het alleen doen.”
Zonder dat ik er erg in had kwam ik in aanraking met de existentiële eenzaamheid die onlosmakelijk verbonden is met het mens-zijn. Want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje: als het erop aankomt zijn we allemaal alleen. We zitten dus eigenlijk allemaal in ons eigen schuitje…
Baf.
Geïnspireerd door Yalom, verscheen er plots een beeld op mijn netvlies. Een beeld van een klein stukje zee met honderden bootjes. We dobberen allen in ons eigen bootje rond op de grote zee. En als het donker is, lijkt het alsof je alleen op zee bent. Dat kan beangstigend en ontredderend zijn. Maar als dan plots alle bootjes hun licht aansteken, dan zie je: ook al zal je altijd alleen in je bootje zitten, er varen honderden bootjes mee. Elk hun eigen koers weliswaar, maar je bent nooit helemaal alleen op zee…